Gisteren (ondertussen alweer een hele tijd geleden) liet mijn
zoontje me weten dat hij nachtmerries krijgt van bepaalde dingen in films. Dat
weet hij (en ik ook) al langer dan gisteren. ‘Waarom kijk je er dan nog naar?’
vroeg ik hem. Als jij weet dat dat niet goed is voor jou of voor jouw lichaam,
dan laat je dat toch voor wat het is. Dan kijk je toch naar dingen die wél goed
voor je zijn, waar je je goed bij voelt en die je blij maken en verrijken. Jij
houdt heel erg van de natuur en dieren, toch?’ Daarop reageerde hij met iets
over national geographic.
Mijn reactie op hem
bracht me, zoals wel vaker, tot zelfreflectie. Die woorden kwamen immers uit mijn mond en niet uit de zijne. Welke filmpjes, gedachten, verhaaltjes,
herinneringen of overtuigingen die ik blijf afspelen in mijn hoofd (waar ik
naar ‘blijf kijken’) doen me geen goed? Eet ik het eten dat bij me past en goed
voor me is en laat ik mijn kinderen dat ook zo doen? Neem ik ideeën en ervaringen
tot mij die me verrijken en doen groeien of die me eerder energie kosten en afbreuk
doen aan wie ik ben?
Wat niet goed is
voor me, laat ik beter achterwege. In de plaats daarvan kan ik me beter richten
op dat waar ik me wél goed bij voel, op de dingen die me blij maken en
verrijken, die me voldoening, energie en vreugde schenken.
In relatie tot een
ander leer je nog steeds het meest over jezelf lijkt me. En niet in het minst in
de relatie met je kinderen en je liefdespartner...