zaterdag 16 oktober 2021

Het wonder van het leven

Een kind heeft jou als ouder of begeleider niet nodig om te leren lopen. Dat gebeurt… vanzelf. Die hele ontwikkeling vanaf de versmelting van zaadcel en eicel, de geboorte, je stem gebruiken, kruipen, zitten, lopen, ontlasting, praten, zich voeden, ontdekken, ontwikkelen,…. Het gebeurt vanzelf.

Natuurlijk zijn warmte en genegenheid zeer welkom, een metgezel(lig) in het leven – wat overigens ook met een dier kan – iemand om woorden en andere expressies mee te delen, een warm nest.

Het kan dat je als ouder of begeleider je zorgen maakt om een kind. Om wat je meegeeft of net niet meegeeft. No worries. Ze komen wel terecht hoor. Ieder wezen heeft van zichzelf zoveel mogelijkheden, een innerlijk weten, een persoonlijke ontwikkeling, een eigenheid. Gelijk welke vorm waarin je geboren bent. Ze komen er wel. Ze zíjn er al, trouwens. Ge zijt wie ge zijt. Sommigen hebben wél hun hele leven iemand nodig die hen bijstaat. Dat verandert echter niets aan hun mens-zijn, hun eigenheid en vol-waardig-heid.

Kinderen die op straat opgroeien, van soms heel jong al, kunnen ook hun plan trekken. Het is al vaker voorgekomen dat verdwaalde of verloren gelopen kleine kinderen, straatkinderen,… zonder anderen toch weten in leven te blijven voor een langere periode.

Ook als volwassene heb je niemand nodig om jezelf te ontwikkelen. Dat gebeurt… vanzelf. Die hele ontwikkeling van jongvolwassen geweld tot milde wijze man of vrouw (of niet :-p) gebeurt vanzelf. Daar heb je geen anderen voor nodig. Natuurlijk is feedback, warmte en genegenheid welkom. Iemand om woorden en andere expressies en huidcontact mee te delen. Natuurlijk hebben we elkaar nodig als mensen voor vanalles en nog wat en vormen we onderling een zichtbaar en onzichtbaar netwerk, daar gaat het niet om. 

Het kan dat anderen zich zorgen maken om jou. Je niet begrijpen, verloren wanen, zich vragen stellen of je net fantastisch vinden, in welke hoedanigheid je ook verkeerd. Je ontwikkeling zet zich verder. Als een jong plantje dat doorheen het asfalt breekt, een boomstam die een kronkel maakt en in die vorm leeft. Leven vindt zijn weg. 

What’s the point? Een levend wezen krijgt zelf vorm, vanzelf, zonder dat jijzelf daar iets voor hoeft te doen, zonder dat anderen daar iets voor moeten doen. Leven ontwikkelt zichzelf, baant zichzelf een weg, wéét waar te gaan en wat gedaan. That’s the point. Het is wonderlijk. Let it be. 

Heb een heerlijke dag.       

zondag 26 september 2021

Ja, ik ben verliefd en ik ben daar fier op!

Deze doet het iedere keer opnieuw!

Ken je dat, je bent tussen 6 en 12, je bent verliefd en het is net opgemerkt door de buitenwereld, zijnde vrienden, vriendinnen, klas-/groepsgenoten en anderen. Het nieuws verspreidt zich als een lopend vuurtje. Plagerijen volgen al snel, blíjven duren en binnen de kortste keren staat er eentje bij de begeleider. Jongen, meisje,... ze komen er allemaal mee als ze er geen blijf mee weten. Niemand van de kinderen vindt het fijn om blijvend geplaagd te worden omwille van verliefd zijn en dat kan een tijdje aanhouden, tenzij... je er zelf openlijk voor uitkomt.  

Wat ik veelvuldig gebruik - en het heeft al iedere keer (!) gewerkt, is eerst om de al dan niet bevestiging vragen: 

'Bén je ook verliefd op x?', 'Bén je samen met x?' Dat is meestal een ja. 

Een suggestie als reactie op de anderen: 'Wat als je zegt: 'Ja, ik ben samen met x en ik ben daar fier op!'?

Daarmee ontkracht je eigenlijk letterlijk de plagers, enkel door zelf een bevestiging te geven én dat zelf te accepteren. Bij dit voorstel zie je steevast een verandering in de houding en op het gelaat. Suc6 verzekerd! ;-)  

donderdag 20 mei 2021

Steeds te laat op een afspraak? Wat doe je eraan?

Je hebt zo van die mensen die standaard te laat komen op een afspraak. Niet omdat ze slecht in hun vel zitten of depressief zijn, want dat kan ook een reden zijn, maar stel dat dat niet is. Dan nog kunnen er verschillende redenen voor zijn, waaronder: er zijn wérkelijk dingen die voor jou belangrijker zijn op dat moment, controle (eerst nog even drinken, naar het toilet, social media checken,...). Leven met baby's en peuters even buiten beschouwing gelaten, dat is een categorie apart. ;-) 

The thing is, wat doe je eraan? 3 tips.

* Observeer jezelf en word je bewust van wat je doet waardoor je te laat komt. Zijn dat dingen die echt nodig zijn of omdat je die per se gedaan wil of moet hebben van jezelf? Bang dat je onderweg dorst gaat krijgen en nog snel wat drinken,... Standaard ritueeltjes en gedragingen die je ook achterwege kan laten? (Kan dat onderweg eventueel opgelost worden indien nodig?) Wat gebeurt als je niet doet wat je gewoonlijk wel doet wat maakt dat je te laat komt? 

* Alles op voorhand goed plannen. Je weet wanneer je waar moet zijn. Zorg ten laatste de dag ervoor dat je alles klaar hebt of dat klaarstaat en alles geregeld is, zodat je tijdig kan vertrekken. Dat wil zeggen: uur van aankomst, adres weten en hoe er naartoe te rijden, hoe lang je moet rijden afhankelijk van welk vervoer je gebruikt, file e.d. incalculeren, kleding en accessoires die je gaat dragen indien nodig, telefoonnummer van de persoon met wie je afspreekt op zak,...

*Terugtellen vanaf het uur van afspraak. Een beetje hetzelfde als het vorige puntje, maar toch even anders. Trek net zoveel tijd op voorhand uit dat jij denkt nodig te hebben om op tijd te zijn. Bijvoorbeeld: je plant om 8u ergens te zijn. Reken alvast een kwartier eerder als aankomstuur, dan heb je nog speling en afhankelijk van de afspraak is het toch handig om ruim op tijd te zijn. Parkeren e.d., tijd die je onderweg bent, ontbijten, lunchpakket maken, douchen en dergelijke, eventueel voor kinderen zorgen,... de tijdsduur voor je hele ochtendritueel brengt je tot het uur dat je opstaat en je dag start. Als je een wekker gebruikt: meteen uit bed, geen snoozeknop gebruiken, dat scheelt een pak. Nieuwe dag, nieuwe start.

Doe het in de eerste plaats voor jezelf en daarnaast uiteraard ook voor de ander. Op tijd komen beschouwen veel mensen als 'kunnen rekenen op iemand', betrouwbaar zijn. Houd eventueel rekening met cultuurverschillen en wat iemand verstaat onder op tijd komen. Dat wordt niet overal even nauw genomen. ;-) 

zaterdag 15 mei 2021

Een plankje in 2 slaan met de zijkant van je hand, gelijk de echten ;-)

Ik herinner het me nog als gisteren... het einde van de opleiding tot lifecoach nadert. We krijgen nog een laatste uitdaging alvorens we ons deelnameattest in ontvangst nemen. Alle cursisten staan in een halve cirkel rondom twee stoelen (of 2 stabiele voorwerpen) waarop een plankje van een goeie centimeter dikte ligt. De lesgeefster legt uit dat we dat schoon plankske doormidden gaan slaan met onze blote hand en er voor ieder zo'n trofee klaarligt. 

Dat lijkt misschien gemakkelijk, maar ... dat krijg je niet doormidden met brute kracht. Die mannen die een stapel planken of bakstenen door midden slaan, doen dat niet met spierkracht. Het gebeurt met intentie en bewustzijn. Wie iets van martial arts of iets dergelijks doet, kan er zich wel wat bij voorstellen. 

De lesgeefster gaat zelf als eerste, dan kunnen wij al even genieten van een voorbeeld en wat spektakel. :-) Je ziet dat ze zich voorbereid, in een roes gaat, er gerichte concentratie is, een eenwording met de plank. Ook haar gezichtsuitdrukking en energie verandert naar heel wat serieuzer, in opperste concentratie. En dan, in een oogwenk, is de klus geklaard. Cool! Dat gaan wij dus ook doen. Proberen. Nee, we gaan dat doen. 

De enige man in de groep gaat als eerste cursist naar voor... en slaagt erin het plankje ook van de eerste keer door te knallen. Oh baby. Ik volg, met enige - gezonde - spanning in mijn lijf. Ik ga nu, niet als eerste (de kop mocht iemand anders eraf bijten...), maar ook niet verder naar achter, daar maak ik het mezelf alleen maar moeilijker mee op dat moment. 

Ik zet me voor mijn pronkstuk, een schoon lichtgekleurd plankske (foto volgt later). De anderen kijken naar mij, uiteraard, maar dat merk ik al heel snel niet meer op. Ik duik in mijn bubbel, concentratie, kom in een roes, ben helemaal bij mezelf... en dan stopt het. Ik weet even niet wat doen en de bubbel verdwijnt langzaam weer. Tot ik mezelf hoor denken: 'op je eigen manier Leen'. Een kleine aarzeling later (people are watching, is it ok what I do - is slechts een fractie van een fractie van een fractie van een seconde het gevoel - niet eens een gedachte - dat door m'n lijf flitst), lig ik in een voor mezelf bekende houding op de grond. Het lijkt op de kindhouding uit de yoga. Niet lang daarna sta ik weer op met een klungelige, onzekere glimlach, concentreer me terug, ietwat afgeleid op het plankje en wacht. Tot er vanuit de cirkel gesproken wordt: 'Niet te lang wachten, Leen'. 

Zij ziet mij, doorziet mij. Ik wacht geen seconde langer, de plank en ik zitten in eenzelfde energiebubbel en KNETS, 't is gebeurd. In enen trek. Die plank doormidden. Cool. 

Een bijzondere ervaring. Te meer dat het bij de meesten niet van de eerste keer lukte. Iedereen gaat doorheen een innerlijk proces. Zeer bijzonder, zeer verrijkend. Wat ik voor mezelf hieruit zéker meeneem: de dingen doen op mijn eigen manier en niet te lang wachten met wat dan ook. Twee dingen die voor mij - en voor mij niet alleen, toch wel van belang zijn. Dat werkt het best. En dat je meer kan en bent dan je soms voor mogelijk houdt. Keep that in mind folks. ;-) 



zondag 4 april 2021

12 tips om met angst om te gaan (2015)

Álle mensen komen in hun leven een periode of situaties tegen waarbij ze geconfronteerd worden met angst. Kleine en overweldigende angsten. Angst voor hoogtes, angst voor het donker, angst om in groep te spreken, angst om uitbundig te zijn, angst voor accidenten, angst om voor onze mening uit te komen, angst voor spinnen, angst om nee te zeggen, angst voor succes, noem maar op. We krijgen er allemaal wel eens mee te maken. Dat is niet raar, integendeel. Dat is zelfs heel gewoon, omdat we mensen zijn van vlees en bloed.

Van waar komt dat eigenlijk, die angst?

Of anders gezegd ‘schrik’, dat klinkt alvast minder heftig. J

Als je angst of schrik ervaart, ben je met je gedachten niet in het huidig moment, op de eigen locatie en/of niet op jezelf gericht. Je zit met je hoofd bij een andere persoon of in een andere situatie, in het verleden of in de toekomst. Het niet in het nu aanwezig zijn alleen al kan ervoor zorgen dat je angst ervaart.

Als je schrik hebt, ga je in je denken veelal terug naar iets wat in het verleden gebeurd is. Je denkt dat wat toen gebeurde opnieuw zal gebeuren. Je projecteert als het ware je angst van het verleden naar de toekomst. Dat verleden is echter voorbij, dus ook die situatie is voorbij en ook de angstervaring. Het is gepasseerd en dus onbestaande. Ook die toekomst bestaat nog niet, die moet nog komen. De angst die we naar de toekomst projecteren is dus irreëel, ze bestaat niet, het is een illusie. [Bij deze maak ik toch ook een bedenking: alles bestaat Nu, dus ook verleden en toekomst bestaan in dit moment. Dat maakt dat je de macht hebt om beide te veranderen. Of toch je gedachten zo te veranderen dat je er vrede mee hebt.]

 Hoe kan je ermee omgaan?

Nu moet je weten dat je in je gedachtewereld slechts keuze hebt tussen twee gedachtevormen: ofwel kies je voor negatieve gedachten, angst en alles wat je pijn berokkent, ofwel kies je voor positieve gedachten van liefde, hoop, geluk en licht. Dat is de enige mogelijkheid. Beide gedachtevormen tegelijk gebruiken is onmogelijk. Test het zelf maar eens uit. Het is als kiezen tussen oorlog en vrede. Die keuze is denk ik snel gemaakt. In je hoofd kan je evengoed kiezen tussen gedachten van strijd of liefdevolle gedachten. Je maakt op elk moment zélf die keuze. Zo kies je er ook zelf voor, bewust of onbewust, om angst te ervaren. Je wil het zelf zo ervaren. Dat is trouwens zo voor elke emotie en elke ervaring in je leven.

 Afhankelijk van de soort angst ga je ernaar luisteren of er net niet naar luisteren. Als angst je waarschuwt voor gevaar, vb wilde dieren of brand, dan luister je en maak je je uit de voeten of onderneem je de juiste acties. Treed er angst op als je een doel wil bereiken waarvoor je schrik hebt, waardoor je geneigd bent het niet te doen? Dan is angst een slechte raadgever. Dan kan je beter door je angst gaan en tóch doen waar je schrik voor hebt. Het lollige hieraan is dat je moed komt op het moment dat je de stap zet, niet eerder. Net als een vogel die leert vliegen: hij kan maar zijn vleugels spreiden als hij gesprongen is. En daar is vaak moed voor nodig – als je het al niet gewoon doet zonder er verder bij stil te staan en je gedachten het roer te laten overnemen.

 De volgende oefeningen kunnen je helpen om het allemaal wat luchtiger en gemakkelijker te maken.

·         Glimlach! Adem een keer diep in en zucht of blaas je spanning eruit.

·         Spreek je angsten luidop uit voor jezelf: “ik heb schrik voor/om/dat….” vb “Ik heb schrik om voor een groep te spreken.” Blijf dit herhalen tot je geen emotie meer voelt en je kracht voelt opkomen. Nadien kan je eventueel het omgekeerde voor jezelf luidop blijven herhalen vb. “Ik durf voor een groep te spreken.” “Ik spreek met kracht voor een groep.”

Terwijl je die laatste zinnen zegt, is het nuttig om het je ook in te beelden dat je dat werkelijk doet. Je ziet jezelf dus letterlijk voor een groep spreken. Dat heet visualiseren en is een krachtig hulpmiddel om toch je doel te bereiken.

Wat je ook kan doen als het in een gesprek voorkomt: spreek gewoon uit wat je voelt, vb. ‘ik durf dat niet te zeggen’. Het benoemen van wat je voelt, neemt de spanning weg en helpt je toch te vertellen wat je wil vertellen. Bovendien is de ander zo op de hoogte van wat er in je omgaat en kan je hierbij een extra duwtje in de rug geven, op welke manier dan ook.

·         Blijf met je aandacht bij de genomen beslissing of actie die je wil uitvoeren. Blijf gefocust op je doel, zie jezelf je doel behalen en voel wat het met je doet als je je doel bereikt hebt. Geef geen aandacht aan opkomende gedachten of gevoelens of ‘ja-maars’. Laat ze zijn voor wat ze zijn. Ze trachten je enkel als een duiveltje uit een doosje van je doel af te houden. Dat duiveltje kan je helemaal naar beneden halen, je doen twijfelen en je laten stoppen met wat je van plan was. Blijf dus steeds met je aandacht bij je doel.

·         Nog een hulpmiddel is, wanneer je angst voelt opkomen, ook al ben je alleen, je focus te verleggen naar wat je fijn vindt en je blij maakt, naar wat je goed kan. vb. Ik ben gek op dansen en zingen, ik hou van sport en natuur, van aardbeitaartjes met slagroom,... Peter Pan kon ook enkel vliegen door 'think a happy thought', aan een blije gedachte te denken.

·         Óf verleg je focus naar wat je in je omgeving ziet, naar dat waar je mee bezig bent. Spreek dit ook luidop voor jezelf uit als dat even mogelijk is en voel wat die leuke gedachten en beelden met je doen. Zie jezelf dat doen. vb. Ik stofzuig de kamer, ik zie een bloempot die nog water nodig heeft, ik zie de zon schijnen, ik hoor vogels fluiten, ik merk dat de kinderen ruzie maken,… Je gebruikt dus eigenlijk je zintuigen om helemaal in het nu te komen. Noem voor elk zintuig vijf voorbeelden, vb ik zie (zoals hierboven reeds genoemd, ik hoor een vliegtuig overvliegen, ik hoor een vlieg zoemen, ik hoor iemand niezen,… ik voel mijn hartslag, ik voel de trui op mijn huid, ik voel dat ik het warm heb,… ik ruik niets speciaals, ik ruik zuivere lucht, ik ruik stinkende sokken,… Zo doe je dat voor elk van je zintuigen. Hierbij gaat het niet om of het nu ook echt waar is wat je waarneemt en opmerkt (beter wel), belangrijker is dat je je aandacht weer gericht gaat gebruiken en je van je angst afleid.  

·         Spreek je dankbaarheid uit voor alles waar je dankbaar voor bent of zou willen zijn. Voel ook nu weer die dankbaarheid en de vreugde ervan in je lijf. Glimlach terwijl je dit doet! vb. ‘Ik ben dankbaar voor … en voor … en ook voor de groeikansen die ik krijg in deze situatie.’

·         Als je in angst bent, is je energiepeil energetisch aan de lage kant. Alle gedachten en gevoelens die je uit je kracht halen, hebben een lagere trilling dan vreugdevolle gedachten. Je kan dus ook je energiepeil verhogen naar het niveau van vreugde, het daar trachten te houden en vanuit dat nieuwe, vreugdevolle gevoel beslissingen te nemen. Dat kan je bijvoorbeeld, zoals eerder al vermeld, doen door leuke muziek op te zetten en je over te geven aan de dansende mens in jezelf, even helemaal uit de bol gaan en je weer kind voelen. Dat kan je doen door hele fijne herinneringen boven te halen, eventjes te gaan joggen in de natuur, een luchtje te scheppen in de zon (als die schijnt J), door je ogen te sluiten en een filmpje in je hoofd af te spelen waar je blij van wordt. Glimlach! Wist je trouwens dat je hersenen het verschil niet kennen tussen wat er echt gebeurt en wat je in je hoofd verzint? Fantaseer er dus maar lustig op los!  .... Natuurlijk, wanneer je angst groot is, pring je niet meteen naar het level van vreugde. De eerste stap is dan alvast in beweging komen, letterlijk. Een stukje wandelen is een beweging, je arm optillen ook. Vanuit angst kan je voortbewegen naar meer ontspanning, (dan ben je nog niet aan vreugde, maar is er al wel een verbetering). Elke gedachte en elk gevoel richting vreugde en weg van de angst is een stapje omhoog. Ook boosheid kan dus een stapje vooruit zijn, omdat daar een zekere kracht in schuilt. 

Wist je trouwens dat je hersenen het verschil niet kennen tussen wat er echt gebeurt en wat je in je hoofd verzint?

·         Angst kan je onderzoeken, vastzetten en loslaten. Het is niet wie je bent. Stel je maar eens voor dat je een acteur bent. Achtereenvolgens beeld je volgende poses uit – alsof je een standbeeld bent – met bijhorende gezichtsuitdrukking en lichaamstaal: een chirurg die iemand opereert, iemand die danst op een feest, een begrafenisondernemer, iemand die hevig schrikt van iets,… Verzin gerust zelf nog wat. Merk je dat je met een vingerknip van houding kan veranderen? En dus ook van emotie? Dat kunnen wij als mensen. Blijven oefenen is de boodschap!

·         Met behulp van het vermaarde trucje van Byron Katie geraak je vaak ook een eind op weg. Jouw gedacht van angst heb je zelf bedacht, dus kan je ze ook zelf weer van de hand doen. Beantwoord eens de vraag: wie zou je zijn zonder die angstige gedachte? Spreek je antwoord uit, voel je antwoord, leef je antwoord en wees de mens die je wil zijn.

·         Realitycheck: Hoe groot is je angst? En is die recht evenredig met de situatie waarin je je bevind? In het Nederlands: komt je hoeveelheid angst overeen met wat zich voordoet? Kloppen je gedachten wel met de werkelijkheid? Vaak maak je je angst 10000x groter dan wat het eigenlijk zou kunnen zijn. Vb angst/schrik voor spinnen: je hebt gigantisch veel schrik dat een spin ineens 100x groter wordt, op jouw springt, je bijt waardoor je helemaal verstijft en de spin jou kan leegzuigen of zoiets. Komt dat overeen met de werkelijkheid? Nee. We zijn als mens vele malen groter dan een spin. Het feit dat je de spin ziet, wil zeggen dat ze niet op jou zit en jij dus de mogelijkheid hebt om te handelen of weg te wandelen. De spin gaat je niets doen. Kennis over de spin kan ook al helpen. Als je weet welke soort het is en je weet wat die soort kan en doet om zichzelf te verdedigen en wanneer, hoe ze prooien vangt en dood,… zal je veel meer op je gemak zijn en anders kunnen handelen dan wanneer je de kennis niet hebt. Kennis is macht. Ga na of je gedachten overeen komen met de realiteit.

·        Kijk naar je houding: wie bang is, heeft de neiging om in elkaar te krimpen. Helpend kan zijn om je handen in je zij te zetten, wat je een meer zelfzekere houding geeft en ook je gevoel kan verbeteren. Ook je armen open en opzij van je lichaam gooien brengt je een meer open houding en zal iets doen aan je algemene gevoel.

·         Bijna vergat ik nog de belangrijkste: Adem! Haal diep adem door de neus en blaas je buik van onderuit op, ook je flanken en je borstkas. Maak je helemaal breed en groot. Ga ineens door met ademen, niets vasthouden. Adem meteen weer uit door de mond, waarbij de buik en de flanken nu de omgekeerde beweging maken, naar binnen toe. Laat je ademhaling een kringloop vormen en in één vloeiende beweging doorgaan. Na een drietal keer merk je normaal al dat je rustiger wordt.

De uitleg en het lijstje oefeningen is verre van volledig. Er kan nog heel wat meer over geschreven worden. Je angsten overwinnen gebeurt ook (meestal) niet van vandaag op morgen. Het vergt oefening, telkens opnieuw. En hoe vaker je iets doet, hoe gemakkelijker het meestal gaat.

Ik besluit graag met de volgende bekende prachtige tekst, die hier prima op aansluit.

Op een avond vertelde een oude Cherokee-indiaan aan zijn kleinzoon over de strijd die zich binnenin mensen afspeelt.

Hij zei: “Mijn zoon, de strijd gaat tussen twee ‘wolven’ binnen ieder van ons. De ene heet Kwaad.

Hij beheerst woede, afgunst, jaloersheid, verdriet, hebzucht, arrogantie, zelfmedelijden, schuld, wrok, minderwaardigheid, leugen, valse trots, superioriteit en ego. De andere heet Goed. Hij beheerst vreugde, vrede, liefde, hoop, sereniteit, nederigheid, vriendelijkheid, trouw, medeleven, grootmoedigheid, waarheid, compassie en geloof.”
Binnen in jou woedt dezelfde strijd en datzelfde geldt voor ieder mens.’ De kleinzoon denkt daar enkele ogenblikken over na en vraagt dan aan zijn grootvader: ‘Welke wolf zal het gevecht winnen?’ De oude Cherokee glimlacht en antwoordt eenvoudig: ‘Diegene die je voedt.’

(Het verhaal kent ook een ander einde. Eén waarbij beide wolven gevoed worden.)

 

 

Domme mensen bestaan niet (17 april 2015)

 Vanmorgen vergeleek mijn zoontje twee personen met elkaar. Het ging over dom zijn en slim zijn. Ergens moet het me geraakt hebben, want ik reageerde net iets feller dan met het doorsnee stemvolume – nog steeds zeer gematigd trouwens. J

 

Domme mensen bestaan in mijn ogen niet. Mensen, ook van wie gezegd wordt dat ze zeer intelligent zijn, kunnen zogenaamd domme uitspraken doen, domme dingen doen of domme beslissingen nemen. Maar dat wil nog niet zeggen dat je een domme mens bent. Het gaat niet over wie je bent, wel over wat je zegt of doet.

Zelfs als je iets doet of zegt dat je beter niet had gedaan of gezegd, is dat dan dom? Ik vind van niet. Misschien dat je het feit op zich 'dom' kan noemen, maar niet dat het gebeurd is. Als het je iets bijbrengt en je leert eruit, dan noem ik dat een evolutie ofte zelfont-wikkel-ing. Het is net door stommiteiten te begaan en tegen de muur te botsen, dat je kan leren. Wie nooit 'fouten' maakt, leert niet omgaan met tegenslag, leert niet op een andere manier naar de dingen te kijken. Als je weet hoe je iets beter niet doet, ga je een volgende keer anders handelen. Je kan er dus alleen bij winnen. Soms heb je zoiets snel door, soms gaat dat tergend langzaam. En soms leer je helemaal niets en blijf je je leven lang hetzelfde herhalen, ‘omdat je nu eenmaal zo bent’ of niet verder kijkt. Dan is dat op zich alweer een mooie zaak. We zijn allen mensen met een unieke eigen-heid, toch?  

Er wordt vaak onderscheid gemaakt tussen slimme en minder slimme mensen. Dat gaat dan vooral over kennis en kunde. Of anders bewust zijn. Niet verder kunnen kijken dan de eigen belevingswereld. Die verschillen zijn er uiteraard wel. Grote verschillen soms. En dan zou je kunnen praten over slim en dom. Veelwetendheid versus minderwetendheid. Uitgebreide hersencapaciteiten versus ‘minder hersencapaciteiten’. Maar daarom niet minder kwaliteiten. Andere kwaliteiten.

Vaak wordt vergeten dat er andere kwaliteiten en talenten bestaan dan enkel de boekenkennis. Kwaliteiten die je niet zomaar op een blaadje kan toetsen of vastleggen. Kwaliteiten die op zijn minst even waardevol zijn, maar waar velen nog weinig tot geen aandacht aan besteden. Denk bijvoorbeeld maar aan de sfeermaker in een groep, iemand die ervoor zorgt dat iedereen gehoord is en ieder zich thuis voelt. Iemand die ervoor zorgt dat de groep een samenhangend geheel is in plaats van allemaal eilandjes. Denk ook aan iemand die steeds klaarstaat om te delen of anderen te helpen, zonder daar iets voor terug te willen. Dat zijn zaken die vaak over het hoofd worden gezien en toch van onschatbare waarde zijn in een samenleving, zeker de dag van vandaag.

 

Dan heb je ook nog ons onderwijs, waarbij de kinderen die ‘anders’ zijn of doen dan wat de maatschappij als norm aandraagt, naar het buitengewoon onderwijs gaan. Zijn zij dommer? Absoluut niet! Zij doen de dingen vaak op een andere manier dan wat we over het algemeen gewend zijn. Zij hebben dus ook een andere aanpak nodig. Maar anders zijn in denken, voelen of handelen is niet gelijk aan dom zijn. Iederéén is anders. En iedereen is in zekere zin gelijk. Net in dat buitengewoon onderwijs (heb je trouwens al eens stil gestaan bij die naam?) zit heel wat opgepotte energie en onbenut potentieel. Als je elkeen op de juiste manier weet te benaderen, het vonkje in de ander weet te raken – en zéker bij deze kinderen (en volwassenen) – dan krijg je vuurwerk!    

Domme mensen bestaan dus niet in mijn ogen. Iedereen is eigen-aard-ig, één brok Liefde, bijzonder en buitengewoon, ongeacht de graad van intelligentie of hoeveelheid 'stommiteiten'. Iedereen heeft/is een uniek geschenk voor de aarde en iedereen is mooi op zijn eigen unieke manier!

Joepie! Een kind met autisme in de klas! (2015)

Ik doe een korte vervanging in een basisschool. Vandaag sta ik in het derde leerjaar.

‘Er zit een jongen met zwaar autisme bij jou in de klas’, krijg ik te horen van de directie. ‘Hij functioneert niet in de klas’. ‘Super!’ denk ik stiekem bij mezelf. Eens kijken of ik het nog in me heb – alsof ik daaraan twijfel. Net bij deze kinderen komen mijn skills extra naar boven. Ik voel ze haarfijn aan en weet er mijn weg mee. We zijn uit hetzelfde hout gesneden. Niet dat ik het label autisme bij me draag. Niet dat ik nooit voor uitdagingen kom te staan met hen. Zij maken voor mij mee het verschil. Zonder de anderen te (willen) discrimineren, ik heb oprecht bewondering voor kinderen met deze gave, met deze vorm van anders zijn.

‘Mochten er problemen zijn, dan stuur je hem maar tot bij mij’, stelt de directrice me nog gerust. Ze houdt de jongen veiligheidshalve toch maar nog een tijdje bij zich.

Na pakweg een uurtje komt ze met hem de klas binnen: hij wil komen meedoen. Er is onmiddellijk oogcontact. (Bij sommige vormen van autisme is oogcontact een heikel punt.) Ik wens Bart (fictieve naam) welkom en stel hem op zijn gemak. We zijn bezig met rekenen. Vrijwel onmiddellijk neemt Bart zijn toevlucht op zijn vertrouwde plekje achteraan in de klas, achter de poppenkast. Even snel als hij verdween, is hij ook weer terug op zijn plaats vooraan in de klas. Hij wil knutselen, enkel knutselen. Ik laat hem begaan. Ik weet heel goed dat het op dit ogenblik totaal geen zin heeft om hier tegenin te gaan. Dat komt zelfs niet in me op. Ook de andere kinderen maken er duidelijk geen probleem van. Er komen geen reclamaties over ‘niet eerlijk’. Ze zijn het blijkbaar gewend dat hij anders doet en ook anders is. Prima. We kunnen hier bijzonder veel leren van elkaar.

Ik geef verder mijn lessen en onderbreek ze zo nu en dan om Bart te ondersteunen bij zijn creatie. Ik merk dat hij gevoelig is voor het ‘mislukken’ van zijn werk – of het niet onmiddellijk lukken zoals hij het wenst – en dat hij enkele keren opnieuw moet beginnen. Hij wijt het aan het geroezemoes in de klas. Maar ook op stille momenten doet hij dat. Ik wijs hem erop dat het niet het eenvoudigst is wat hij probeert in elkaar te steken: een lanceerplatform met raket. Dat vraagt enige vaardigheid en geduld. Het lukt hem wonderwel.

Even later...

Weer is zijn hele werk mislukt volgens hem. ‘Het is je príma gelukt tot hiertoe’, zeg ik hem. ‘Je hebt enkel een oplossing te bedenken voor je volgende stap.’                                                                                 En daar gaat hij weer. Creatief als hij is, heeft hij in een mum van tijd een oplossing bedacht. Klaar! Bart knutselde zomaar even een lanceerbasis met raket in elkaar! Hij mag fier zijn op zichzelf. Ik ben alvast trots op hem! Het volgende dat hij wil knutselen, is een kabelbaan. J Een kabelbaan die de ene bank met de andere verbindt. Dat heb ik hem afgeraden. Zo betrek je een andere leerling die op dat ogenblik met andere dingen bezig is. Op die manier kan je voor onnodige afleiding zorgen.

Oh, daar gaat de bel. Speeltijd. Vrije tijd. Tijd om even te gaan uitwaaien.  

 

NA DE SPEELTIJD                                                                                                                                                        is het tijd voor taal. We doen een vraag- en raadspel. Leuk. Bart doet het hele lesuur mee, zonder enig probleem. Hij wil graag aan de beurt komen en rond ‘energie en lichaamscellen’ werken. Bijzonder. Af en toe bedenkt hij of hij zou gaan knutselen. Het moet vooral actief blijven voor hem. Als hij maar in actie kan zijn en betrokkenheid ervaart. Daar houd ik uiteraard rekening mee, net als ik voldoende aandacht tracht te schenken aan alle kinderen in de klas. Terug naar een les rekenen. En Bart terug naar het knutselen. Opvallend. Ik houd het in mijn achterhoofd.

Na de middag krijgt Bart het even moeilijk. Moeilijk in de zin van ‘ik doe niet mee met de reguliere gang van zaken en volg mijn eigen gevoel’. Hij is moe en wil slapen. Achteraan in de klas liggen grote kussens die als matras kunnen dienen. Het gigantisch kussen dat er tegen de muur leunt, legt hij bovenop zich. Nadien kruipt hij in de kussensloop. Dat kan ik niet toestaan. Dat hij wil rusten, kan ik – met wat ik weet van hem – nog enigszins aanvaarden. De manier waarop echter kan en wil ik niet toestaan. Er zijn grenzen, ook naar de andere kinderen toe.

In andere omstandigheden had ik vast en zeker anders op hem gereageerd. Nu dit zich in de klas voordoet, in dit onderwijssysteem, heb ik iets anders te bedenken.

Als je een kind het gevoel geeft alles te mogen zonder enige vorm van begrenzing of afspraken, dan gaan de poppen aan het dansen. Ik laat het Bart duidelijk weten. Hij houdt hardnekkig vol. Rusten zou hij en wel IN de kussensloop (waar op zich niets mis mee is). Ik denk aan de klas en even speel ik met het idee de directrice te waarschuwen, wat ik na korte tijd ook laat doen door een leerling.

Na enige tijd is die leerling terug met de mededeling dat mevrouw de directeur niet aanwezig is op haar bureau. Misschien nog een geluk. Een extra kans om het zelf op te lossen. Het is ook overduidelijk dat Bart op dit moment niet graag naar het bureau gaat om daar te werken. Strijden biedt geen oplossing, weet ik. Na enig getouwtrek met en over het kussen, gooi ik het dan ook over een andere boeg. Ik begin met de les en laat hem zijn gang gaan, goed wetende waar ik naartoe wil. Is dat de ideale oplossing? Misschien niet, maar op dit moment is dat de keuze die ik maak en weet ik dat er een kans op slagen is, dus ik probeer het. De les wereldoriëntatie gaat over het oog en het oor. Met een beetje geluk is Bart geïnteresseerd en heb ik hem mee.

 Ik heb iemand nodig om enkele delen van het oog te tonen. Bart komt enkel vooraan als hij nadien mag gaan slapen in de kussensloop. Ik vraag de klas wie dat wel graag komt doen. Bart staat snel vooraan. Toch neem ik een andere leerling, wat prima uitdraait. Bart gaat terug naar zijn kussen. Ik ga verder met de les. Het onderwerp en de opdrachten weten hem blijkbaar te boeien, want nog geen twee minuten later zoekt hij zijn bundel om mee te kunnen werken. Tijdens de les geef ik Bart, net als ook nog enkele andere leerlingen, de kans om zijn kennis over het oog (en de cellen waaruit het is opgebouwd) en het oor aan de klas uiteen te zetten. De uitgebreide informatie die hij geeft klopt en voor de tweede maal vandaag vraag ik me – deze keer luidop – af waar hij de kennis vandaan heeft. Dit is immers geen stof voor de lagere school. ‘Internet’, luidde het antwoord. ‘Zelf opgezocht’…


Dit was slechts één ervaringsdag. Dat wordt een andere ervaring als je een volledig schooljaar hebt te overbruggen. Een goed evenwicht vinden in het verdelen van je aandacht over alle kinderen, waarbij áltijd een mix is aan individuele capaciteiten en karakters, is ontzettend belangrijk. Anders denken en organiseren is dan een must.

Mocht het onderwijslandschap er anders uitzien en zulke, eigenlijk álle kinderen de ruimte krijgen om zichzelf te ontwikkelen in hun interessegebied en hierin ook zelf leraar mogen zijn voor leeftijdsgenoten of geïnteresseerden, het zou heel wat boeiender zijn voor elkeen. Boeiend op een andere manier, met meer werkelijke betrokkenheid, meer diepgang, meer echtheid, meer mens zijn.

 Elk kind, iedere mens draagt een bijzondere gave in zich. De wereld van wat wij autisme noemen, wat velen een handicap noemen, draagt zoveel meer in zich dan hoe er nu door heel wat mensen naar gekeken wordt. Je kan het vanuit een psychologische of psychiatrische invalshoek bekijken, waar niets mis mee is, maar wel vaker de bal in een bekrompen hoekje terechtkomt. Je kan het echter ook bekijken vanuit de groei die de aarde en de mensheid doormaakt. Elke generatie brengt verandering en vernieuwing met zich mee. Ook de stromen kinderen die nu een labeltje krijgen. Een label, niet om een stempel te drukken, maar om beter met hen te kunnen omgaan en communiceren. Om duidelijkheid te scheppen voor alle partijen. Die kinderen zijn er trouwens altijd al geweest, niet enkel in de 20ste en 21ste eeuw. De tijd is er echter meer dan rijp voor.  

 

  

 

 

 

 

 

 

 


 

  

 

 

 

 

 

zondag 28 februari 2021

Tweemaal ogenschijnlijk geluk bij een wedstrijd

Soms krijg je geschenkjes, zomaar uit het niets. Althans zo lijkt het. Wanneer je je intuïtie volgt bijvoorbeeld. Wanneer je werkt met intentie en visualisatie om bijvoorbeeld gemakkelijk aan een parkeerplek, een geliefde, een woning, werk,... te geraken. Schijnbaar toevallige gebeurtenissen... maar niet zonder oorzaak of startsignaal, want dat start bij jezelf. 

Tweemaal - eigenlijk heel veel vaker, maar 't is om er twee te noemen - had ik ogenschijnlijk geluk bij een wedstrijdje. Zo leek het althans voor iedereen rondom mij, maar het beruste niet op toeval wat mij betreft. Elke gebeurtenis heeft een punt waar het - bewust of onbewust - in gang gezet is. 

Eentje was bij een georganiseerde wedstrijd in de gemeente om de gevels en voortuinen op te fleuren met bloemen. Al enkele jaren wilde ik graag meedoen, gewoon omdat het fijn is om bloemen aan de voorgevel te hebben. Er was dus wel een zeker verlangen (wat een aanzet geeft tot het verwezenlijken van intenties). Zo'n wedstrijdje is dan ineens mooi meegenomen. De intentie was niet om te winnen, wel de fun en het opfleuren en verder 'zien we wel', maar wel met een gevoel van betrokkenheid, van 'I'm into it', dus niet onverschillig. Na het zoveelste jaar besliste ik: ok, nú ga ik écht meedoen. De inschrijvingsdatum was reeds verstreken, maar dat heeft me niet tegengehouden om toch nog mee te doen. Je weet nooit he. Ik deed het nodige, stuurde alles door per mail en verder was het afwachten. Ik kreeg geen reactie. Ook niet voor de dag van uitreiking, waar ik uiteraard wel naartoe ging, benieuwd naar hoe dat allemaal in z'n werk zou gaan en hoe de andere gevels en voortuinen er zouden uitzien. 

In de zaal toegekomen, bleek dat het dit jaar een jubileumjaar was. Iedereen kreeg een tombolabonnetje met een nummer op om mee te dingen naar een extra prijs, los van de wedstrijd. Elke deelnemer ging sowieso met een bloemetje naar huis. 'Ok, allemaal nice', dacht ik. Heel wat foto's van gevels en voortuinen passeerden op het projectiescherm. Ondertussen kreeg elke deelnemer een bloemstuk, waarbij de eerste bloemstukken 'duurder' waren vormgegeven. Ik had als laatst mijn foto's van de voorgevel ingezonden - zonder bevestiging - en verbaasde me er enigszins over dat mijn deelname toch was goedgekeurd. Ik was dus heel blij met mijn bos bloemen als laatste in de rij. Voor de geïnteresseerden was er nog de tombola met prijsuitreiking: een grote tuinstoel uit bijzonder duurzaam materiaal. Een onschuldige hand ging door de bonnetjes en floeps.... ja, dat was toch wel mijn nummerke zeker?! De samenloop van gebeurtenissen, het gerichte denken en verlangen naar deelname - ook al gingen er enkele jaren over - de besluitname en de daaropvolgende acties, hebben  tot deze uitkomst geleid. Had het iemand anders kunnen zijn? Jazeker. Maar nu was ik het en dat paste prima in deze hele stroom richting uitkomst. 

De tweede was net even bijzonderder: ik won een fiets. Ogenschijnlijk had ik 'geluk' volgens sommigen. Voor mij was het echter geen toevallig gelukje. 7 maanden voorheen had er zich iets voorgedaan, waarbij ik wíst dat er iets voor terug zou komen. Ik had in 't snuitje gekregen dat er mensen waren die moeite hadden om rond te komen en zelfs voldoende eten te voorzien voor de kinderen. Ik heb geen seconde getwijfeld. Ik keek in mijn keukenkasten wat er goed, bruikbaar en langer houdbaar was en wij per direct konden missen. Alles ging in een zakje en werd anoniem aan de deur afgeleverd. Door de 'vibe' waarin ik toen was - geen alledaagse - wist ik dat deze gift, waarvoor ik niets terug hoefde, een vorm van beloning zou brengen ergens in de tijd. 

7 maanden later dus, is mijn fiets aan een stevige opknapbeurt toe. Ik passeer langs een fietsenwinkel ergens in de buurt en zie dat die niet open is. Er is wel een vrouw aan het werk aan het uitstalraam. Ik zou later teruggaan. Enkele dagen later loop ik met m'n fiets aan de hand opnieuw voorbij dezelfde fietsenwinkel. De vrouw merkt me op en spreekt me aan. Ze vertelt me dat de winkel wordt voorbereid op de opening de week nadien. Ze nodigt me uit om die dag langs te komen met m'n fiets. 

Zo gezegd, zo gedaan. Die specifieke dag breng ik m'n fiets binnen in de gloednieuwe fietsenwinkel. Alle klanten en gegadigden krijgen iets te drinken ter ere van de opening. Voor klanten is er ook een wedstrijd. Dat sla ik niet af, je weet nooit. Wie niet waagt, niet wint. Hier was het wel eerder nonchalant en om den hoop te vergroten, niet met een intentie of verlangen. 

Kort nadien krijg ik dus te horen dat ik een fiets gewonnen heb! Dat heb ik volledig gelinkt aan mijn daad van 7 maanden voordien. 

Oh! Zo heb ik ook eens gehad dat mijn partner suggereerde van iets van werk buitenshuis te gaan doen na een tijdje thuis zijn - of ander of bijkomend werk, dat weet ik niet meer. Ik was helemaal mee, dus 'Ok!' zei ik, 'ik ga op zoek naar werk'. Enkele dagen nadien zat er out of the blew een vacature in mijn mailbox voor werk op een startende holistische school. Dat was meteen raak! Het bijzondere was dat ik geen enkele link zag tussen de school en mij wat betreft gegevens. Hoe kwamen ze eraan? Hoe kwam die mail net nu in mijn mailbox terecht? Ik heb er niet meer achter gevraagd, maar het was wel frappant... zó'n goeie match en slechts enkele dagen nadat ik de beslissing had genomen om een job te nemen. De intentie was zeer zeker met goesting en ook het gevoel erbij kan ik me goed herinneren: alvast warmhartig.

Soms is er meer in het spel dan enkel ogenschijnlijk geluk. Er is zoveel dat we zelf in de wereld roepen, waar we ons niet altijd bewust van zijn.  

 

  

donderdag 25 februari 2021

Hoe los jij deze oefening op? * anders denken *


Heerlijk dit, toch?! Helemaal juist! Kinderen die vraagstukken anders lezen of interpreteren, het zijn de relschoppers van morgen, de liefdevolle ambassadeurs voor verandering, het zijn changemakers die belichamen hoe het ook anders kan en duidelijk maken dat niet iedereen op dezelfde manier naar de wereld kijkt.

Net als een jongen van het tweede leerjaar die in de klas helemaal achteraan apart zit, met een houten bak op zijn bureau om zich beter te kunnen concentreren. De jongen die in de rij richting uitgang van de school (einde van de halve schooldag) zijn vest niet wil aandoen met dit mooie weer putje winter (een jas heeft hij niet bij). De andere kinderen hebben allemaal hun jas al aan. De leerkracht verplicht hem zijn jas aan te doen, net als de andere kinderen. Eens voorbij de poort, kan hij kiezen of hij zijn vest aanhoudt of uitdoet. Opmerking van de jongen: 'Iedereen is hier hetzelfde.'

Opmerking van de jongen: 

'Iedereen is hier hetzelfde.' 

Dit is een kerel die luistert naar zijn eigen lijf, die het voldoende warm heeft, ook met blote armen. Waarom moet die dan een jas aan? Omdat iedereen dat doet? Omdat een leerkracht of volwassene dat wil? 

Een kind (en zeker eentje als deze) kan vaak prima inschatten of die wel of niet een jas of trui aan hoeft. Leren luisteren naar je lijf is belangrijk, zelf kunnen kiezen en beslissen ook. Wie bepaalt er dan of hun jas aan of uit moet? Hoe kan een buitenstaander dat voor een ander bepalen? En hoe leer je beslissingen nemen en keuzes maken als een ander dat steeds voor jou doet? 

Wie het werkelijk te warm of te koud heeft, zal heus wel van gedacht veranderen en alsnog die jas of trui aantrekken of uittrekken. Dat is voor volwassenen precies hetzelfde: in t-shirt, want dat voelt prima en ik neem m'n jas over de arm mee. OF Ik trek m'n jas aan. Klaar. Bij te warm gaat ie open of uit.

Hoe leer je vertrouwen behouden in je eigen weten en zijn, hoe leer je beslissingen en keuzes maken als anderen het steeds voor jou doen? 

Kinderen die zelf willen beslissen, leren ook het best door zelf te beslissen. Zijn ze een keer de deur uit zonder een jas (ondanks wat ouders of leerkrachten zeggen met betrekking tot het bijvoorbeeld koude weer) en het is tóch kouder dan verwacht - of het weer is omgeslagen - dan is dat de béste leerschool om een volgende keer anders te handelen. 

P.S.: Het veel uitgesproken zinnetje: 'Doe je jas aan/dicht of je wordt ziek' is er nog zo eentje. Hoe weet jij dat? Dat is afhankelijk van de persoon in kwestie, het moment en de omstandigheden. Niet van de ervaringen van anderen en veralgemeningen. 

Ken je kind, ken jezelf en het verschil daartussen. ;-) 


dinsdag 16 februari 2021

Slechts 1 vraag om verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid te bevorderen


Zelfredzaamheid, zo'n schoon woord. Hoe je plan te trekken. Hoe verantwoordelijkheid te nemen. Of te geven.

Verantwoordelijkheid geven aan kinderen (en volwassenen) is weten dat ze iets kunnen en goed gaan doen en hen klusjes, opdrachten en activiteiten aanbieden die hen verrijken - of hen begeleiden dat uit te voeren waar ze naar verlangen, ook als ze er ogenschijnlijk niet rijp voor zijn. Er niet vanuit gaan dat ze het niet gaan kunnen, te klein of te jong of te onbehulpzaam zijn, maar hen de kans geven bij te leren, net zoals je dat ook als volwassene doet. En ja, blunderen mag natuurlijk, dat doen we ons hele leven lang. Groeien door te knoeien.

Soms ontstaan er woordenwisselingen tussen mensen. Ook bij kinderen. 'Mamaaaa, den dien dit en den dien dat! 'Ja, maar....!' Om ellenlange discussies te vermijden zijn soms slechts enkele goed gemikte vragen voldoende. 
Dé vraag der vragen luidt als volgt: 

Wat kan jíj doen om het een volgende keer anders te laten verlopen? 

Deze vraag werpt je onmiddellijk terug op je eigen verantwoordelijkheid én mogelijkheden. Ook voor jezelf trouwens. Geef of neem je te weinig verantwoordelijkheid of neem je net teveel hooi op je vork, dan is deze vraag een goeie om de juiste handelingen bij de juiste persoon te laten. Je leert voor jezelf nadenken. Je leert zo te handelen dat het voor jezelf beter wordt, de grenzen duidelijk(er) worden aangegeven en er heel wat misverstanden vermeden worden. Het schept ruimte, vergroot de zelfredzaamheid, het zelfvertrouwen, geloof in eigen kunnen, behulpzaamheid, zelfrespect en onderling respect en het stimuleert om nieuwe vaardigheden eigen te maken.  

Mocht er dus ergens in je leven iets spaak lopen, stel jezelf even deze vraag: 

'Wat kan JÍJ doen om het een volgende keer beter of aangenamer te laten verlopen?'


maandag 15 februari 2021

Compleet eronderdoor? Voedingssupplementen als gamechanger!

Voedingssupplementen zijn er in alle maten, kleuren en geuren. Van tabletten over suppo's tot vloeibaar goud, poederkes en capsules.

Verstandig om in te nemen? 

Het is uiteraard handig als de basis van je voedingspatroon gezond is. Gevarieerd en regelmatig eten dragen bij tot een gezond lichaam en gezonde geest. [Tenzij je een experimentje doet met jezelf en van de liefde en het licht gaat leven, maar dat is een ander verhaal.] Ook je daginvulling is absoluut van belang en hoe je zelf in je vel zit. Bij dat laatste begint het vaak. Vanaf het moment dat je activiteiten gaat achterwege laten die je blij maken en energie geven, zou er een belletje moeten gaan rinkelen. Blijf je dat voor een langere periode aanhouden, krijg je gemakkelijker te maken met stressreacties, moeizamer functioneren, vermoeidheid, ziekte, allergieën, overdreven emotioneel zijn of reageren, dagelijks huilen, afhankelijkheid, gevoelens van depressiviteit,... 

Wanneer je roofbouw gaat plegen op je lichaam en je wil er weer bovenop komen, volstaat het niet altijd om dat met enkel je basisvoeding te doen. Op zo'n momenten kunnen voedingssupplementen een uitweg bieden en soms zelfs 'je leven redden' op een bepaalde manier. Meer energie, positiever, blijer, meer daadkracht, juistere perspectieven,... kunnen een gevolg zijn van de juiste supplementen.

Alles wat je in je mond steekt of op je huid smeert, injecteert, brandt (tatoes), pearst (oorbellen e.d.),... heeft een effect op de werking van je lichaam. Soms zelfs op zo'n subtiele manier dat je het zelf niet eens opmerkt. Je hoeft het er niet voor te laten natuurlijk, je maakt je eigen keuzes daarin. 

Dat is ook zo voor voedingssupplementen. Het ene supplement is het andere niet. Niet alles is dus even werkzaam voor jou op dit moment en voor iemand anders misschien weer wel. Het is dus van belang dat het de juiste zijn voor een optimale ondersteuning. 

Je trekt sowieso best even na van waar de supplementen afkomstig zijn, wat erin zit, of dat is wat je nodig hebt én of er mensen zijn die er ervaring mee hebben. De beste manier om te weten te komen of het werkt, is uiteraard het uit te testen. Zeker als je het gevoel hebt ver van jezelf te zijn wat betreft pit, fut en energie en dagelijks functioneren en reageren, is het zeker het proberen waard. Na enkele dagen en zeker een week, moet je echt wel een verschil opmerken. Dat kan een lichte verbetering zijn, dat kan evengoed significant zijn. 

In de natuurvoedinsgwinkel vind je goede voedingssupplementen, vb van floradix bestaat er een uitgebreid gamma. Via de website van 4life vind je goede voedingssupplementen. Om er slechts twee te noemen.

Supplementen zijn vaak kostelijk, dus dat moet je zelf even bekijken wat het je waard is. Natuurlijk, door samen te werken met anderen, kan je mooie overeenkomsten en uitwisselingen bekomen. Daar kan je creatief mee omgaan.  

Samen met het innemen van deze extra's is het wel belangrijk dat je terug de draad opneemt van wat belangrijk is voor jou om je goed in je vel te voelen. Jezelf voeden met de voor jou passende voeding, fijne daginvulling, ontspannen de dag kunnen beleven, kleding die je graag draagt, voldoende beweging, mensen om je heen die je graag ziet en je waarderen en stimuleren in je groei.

Voedingssupplementen kan je ook nemen als je je gezond voelt, zeker als je de 50 bent gepasseerd. Dat hoeft overigens niet, er zijn manieren genoeg om fit in je lijf te blijven op elke leeftijd. De basis blijft wel je eigen verskeuken.