19/12/2013
Geachte heer Vermassen,
Graag zou ik reageren op uw bevindingen omtrent het stijgend
aantal psychopaten in België. U meent niet te weten wat de oorzaak hiervan is.
Alsook bent u van mening dat de maatschappij hieraan weinig kan doen. Met alle
respect.
Welnu, maatschappij staat voor ‘samen-leving’. En
samenleving staat voor - ik citeer uit wikipedia:
“Samenleving
Onder een samenleving wordt
verstaan een groep mensen die samen een half-gesloten systeem vormen en waarbinnen interactie bestaat tussen de leden
die van die groep deel uitmaken. Hoewel de mens ook samenleeft met dieren en
dingen, staat het netwerk van relaties
tussen mensen centraal. De samenleving is het studieobject par excellence van de sociologie. Afhankelijk van de context kan men het begrip samenleving beperken of
uitbreiden van minimaal twee personen tot bijvoorbeeld een gezin, woongemeenschap, stad, staat of de gemeenschap van
alle mensen.
Algemeen
Het belangrijkste verschil tussen een samenleving
en een groep dieren is dat mensen bewust
vorm geven aan hun samenleving. [ … ] In de opvoeding wordt aan de nieuwe leden van een samenleving duidelijk gemaakt hoe men zich dient te gedragen. Het
gaat hierbij om normen,
waarden, regels en wetten, die op hun beurt zijn ontstaan
met het oog op een zo goed mogelijke, voor
alle leden leefbare samenleving.
[ … ] In een ideale maatschappij heersen rechtvaardigheid, vrede en geluk voor alle mensen. Meestal
heeft het ook te maken met de vrijheid van meningsuiting, die vrij breed op te vatten is. [ … ]” http://nl.wikipedia.org/wiki/Samenleving
Het mag duidelijk
zijn dat we met z’n allen samen iets werkelijk kunnen veranderen door de
onderlinge relaties te optimaliseren. Daar stuiten we reeds op een item waaraan
gewerkt kan worden: relaties. Inzicht in de ontwikkeling van
relaties, inzicht in de verschillende manieren waarop mensen communiceren en
informatie verwerven, inzicht in het waarom
mensen op een bepaalde manier reageren en hoe
je daar als buitenstaander mee kan omgaan zonder jezelf daarin te verliezen
(denk hierbij bv aan 'pest'gedrag), inzicht in de behoeftes van mensen en hoe
deze te vervullen _ van binnenuit en niet van buitenaf. Bovenal – om het even
apart te vermelden – is er inzicht nodig in de manier waarop je kinderen (en de
nu zogenaamde ‘beschadigde’ volwassenen) hun eigenheid, zelfvertrouwen en positieve zelfbeeld kan
laten behouden of terug versterken. Dat zijn zaken die niet worden aangeleerd;
niet in het modale gezin en niet op de meeste scholen. Nochtans is dat
essentieel voor een gelukkig leven.
Er is in onze
maatschappij nog heel wat werk te verrichten met betrekking tot onderwijs,
opvoeden en gelukkig samenleven. Het gezin waarin een kind opgroeit legt de
basis voor de rest van zijn leven. Als het daar reeds ‘misloopt’, vaak door
onwetendheid, is het niet eenvoudig om dat weer recht te trekken. Een kind
heeft nestwarmte nodig, een gevoel van veiligheid en geborgenheid, liefdevolle ouders én begeleiders als leerkrachten,
onthaalouders,…., vrijheid om zichzelf te ontdekken en te ontwikkelen in zijn
eigenheid, grenzen om te kunnen functioneren binnen diens eigen structuur.
Maar al te vaak
worden kinderen nu beknot in hun groei. Er worden hen ook opmerkingen naar het
hoofd geslingerd (door die vaak onbewust ‘gekwetste’ volwassenen), waardoor hun
zelfvertrouwen wordt aangetast en ze zichzelf afsluiten ter bescherming _ met
alle gevolgen van dien. En dat enkel en alleen omdat onze gehele samenleving is
gebaseerd op systemen, structuren en methodes die vanuit een ‘hogere’ instantie
worden opgelegd en waaraan voldaan ‘moet worden’.
Gevangenissen
zullen (op zéér lange termijn) niet meer nodig zijn, evenals onderwijs in de
huidige vorm. Vorming in de bovenvermelde zaken, in de werking van eigen
lichaam en geest (in de breedst mogelijke zin van het woord), is essentieel
voor een blijvende, positieve verandering.
Als maatschappij –
en zelfs als individu – kunnen we, naar mijn mening, dus heel wat doen om iets
aan de basis te veranderen, zodat ‘remediëren’ in de bijzonder verre toekomst
niet meer nodig is.
Met hoogachting,
Leen Lemmens