Ik doe een korte vervanging in een basisschool. Vandaag sta ik in het derde leerjaar.
‘Er zit een jongen met zwaar autisme bij jou in de klas’, krijg ik te horen van de directie. ‘Hij functioneert niet in de klas’. ‘Super!’ denk ik stiekem bij mezelf. Eens kijken of ik het nog in me heb – alsof ik daaraan twijfel. Net bij deze kinderen komen mijn skills extra naar boven. Ik voel ze haarfijn aan en weet er mijn weg mee. We zijn uit hetzelfde hout gesneden. Niet dat ik het label autisme bij me draag. Niet dat ik nooit voor uitdagingen kom te staan met hen. Zij maken voor mij mee het verschil. Zonder de anderen te (willen) discrimineren, ik heb oprecht bewondering voor kinderen met deze gave, met deze vorm van anders zijn.
‘Mochten
er problemen zijn, dan stuur je hem maar tot bij mij’, stelt de directrice me
nog gerust. Ze houdt de jongen veiligheidshalve toch maar nog een tijdje bij
zich.
Na pakweg een uurtje komt ze met hem de klas binnen: hij wil komen meedoen. Er is onmiddellijk oogcontact. (Bij sommige vormen van autisme is oogcontact een heikel punt.) Ik wens Bart (fictieve naam) welkom en stel hem op zijn gemak. We zijn bezig met rekenen. Vrijwel onmiddellijk neemt Bart zijn toevlucht op zijn vertrouwde plekje achteraan in de klas, achter de poppenkast. Even snel als hij verdween, is hij ook weer terug op zijn plaats vooraan in de klas. Hij wil knutselen, enkel knutselen. Ik laat hem begaan. Ik weet heel goed dat het op dit ogenblik totaal geen zin heeft om hier tegenin te gaan. Dat komt zelfs niet in me op. Ook de andere kinderen maken er duidelijk geen probleem van. Er komen geen reclamaties over ‘niet eerlijk’. Ze zijn het blijkbaar gewend dat hij anders doet en ook anders is. Prima. We kunnen hier bijzonder veel leren van elkaar.
Ik
geef verder mijn lessen en onderbreek ze zo nu en dan om Bart te ondersteunen
bij zijn creatie. Ik merk dat hij gevoelig is voor het ‘mislukken’ van zijn
werk – of het niet onmiddellijk lukken zoals hij het wenst – en dat hij enkele
keren opnieuw moet beginnen. Hij wijt het aan het geroezemoes in de klas. Maar
ook op stille momenten doet hij dat. Ik wijs hem erop dat het niet het eenvoudigst
is wat hij probeert in elkaar te steken: een lanceerplatform met raket. Dat
vraagt enige vaardigheid en geduld. Het lukt hem wonderwel.
Even later...
Weer is zijn hele werk mislukt volgens hem. ‘Het is je príma gelukt tot hiertoe’, zeg ik hem. ‘Je hebt enkel een oplossing te bedenken voor je volgende stap.’ En daar gaat hij weer. Creatief als hij is, heeft hij in een mum van tijd een oplossing bedacht. Klaar! Bart knutselde zomaar even een lanceerbasis met raket in elkaar! Hij mag fier zijn op zichzelf. Ik ben alvast trots op hem! Het volgende dat hij wil knutselen, is een kabelbaan. J Een kabelbaan die de ene bank met de andere verbindt. Dat heb ik hem afgeraden. Zo betrek je een andere leerling die op dat ogenblik met andere dingen bezig is. Op die manier kan je voor onnodige afleiding zorgen.
Oh,
daar gaat de bel. Speeltijd. Vrije tijd. Tijd om even te gaan uitwaaien.
NA DE SPEELTIJD is het tijd voor taal. We doen een vraag- en raadspel. Leuk. Bart doet het hele lesuur mee, zonder enig probleem. Hij wil graag aan de beurt komen en rond ‘energie en lichaamscellen’ werken. Bijzonder. Af en toe bedenkt hij of hij zou gaan knutselen. Het moet vooral actief blijven voor hem. Als hij maar in actie kan zijn en betrokkenheid ervaart. Daar houd ik uiteraard rekening mee, net als ik voldoende aandacht tracht te schenken aan alle kinderen in de klas. Terug naar een les rekenen. En Bart terug naar het knutselen. Opvallend. Ik houd het in mijn achterhoofd.
Na
de middag krijgt Bart het even moeilijk. Moeilijk in de zin van ‘ik doe niet
mee met de reguliere gang van zaken en volg mijn eigen gevoel’. Hij is moe en
wil slapen. Achteraan in de klas liggen grote kussens die als matras kunnen
dienen. Het gigantisch kussen dat er tegen de muur leunt, legt hij bovenop
zich. Nadien kruipt hij in de kussensloop. Dat kan ik niet toestaan. Dat hij
wil rusten, kan ik – met wat ik weet van hem – nog enigszins aanvaarden. De
manier waarop echter kan en wil ik niet toestaan. Er zijn grenzen, ook naar de
andere kinderen toe.
In
andere omstandigheden had ik vast en zeker anders op hem gereageerd. Nu dit
zich in de klas voordoet, in dit onderwijssysteem, heb ik iets anders te
bedenken.
Als
je een kind het gevoel geeft alles te mogen zonder enige vorm van begrenzing of
afspraken, dan gaan de poppen aan het dansen. Ik laat het Bart duidelijk weten.
Hij houdt hardnekkig vol. Rusten zou hij en wel IN de kussensloop (waar op zich
niets mis mee is). Ik denk aan de klas en even speel ik met het idee de
directrice te waarschuwen, wat ik na korte tijd ook laat doen door een
leerling.
Na enige tijd is die leerling terug met de mededeling dat mevrouw de directeur niet aanwezig is op haar bureau. Misschien nog een geluk. Een extra kans om het zelf op te lossen. Het is ook overduidelijk dat Bart op dit moment niet graag naar het bureau gaat om daar te werken. Strijden biedt geen oplossing, weet ik. Na enig getouwtrek met en over het kussen, gooi ik het dan ook over een andere boeg. Ik begin met de les en laat hem zijn gang gaan, goed wetende waar ik naartoe wil. Is dat de ideale oplossing? Misschien niet, maar op dit moment is dat de keuze die ik maak en weet ik dat er een kans op slagen is, dus ik probeer het. De les wereldoriëntatie gaat over het oog en het oor. Met een beetje geluk is Bart geïnteresseerd en heb ik hem mee.
Dit was slechts één ervaringsdag. Dat wordt een andere ervaring als je een volledig schooljaar hebt te overbruggen. Een goed evenwicht vinden in het verdelen van je aandacht over alle kinderen, waarbij áltijd een mix is aan individuele capaciteiten en karakters, is ontzettend belangrijk. Anders denken en organiseren is dan een must.
Mocht het onderwijslandschap er anders uitzien en zulke, eigenlijk álle kinderen de ruimte krijgen om zichzelf te ontwikkelen in hun interessegebied en hierin ook zelf leraar mogen zijn voor leeftijdsgenoten of geïnteresseerden, het zou heel wat boeiender zijn voor elkeen. Boeiend op een andere manier, met meer werkelijke betrokkenheid, meer diepgang, meer echtheid, meer mens zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten